Productinformatie

Er zijn diverse redenen waarom je op zoek kunt zijn naar een nieuwe lamp. Je oude verlichting werkt niet meer en dient vervangen te worden. Of je wil bijvoorbeeld de sfeer verbeteren in jouw huis of bedrijf. Bij Lampdirect helpen wij onze klanten graag op weg bij het kiezen van de juiste lamp. Ook informeren we je graag over aspecten waar je rekening mee dient te houden om een lamp goed te laten werken. Op deze pagina vind je daarom diverse handige tips en/of weetjes die jou helpen bij de aanschaf van een LED lamp of conventionele lamp.

 

Type lampen bij Lampdirect

Door de jaren heen zijn er diverse soorten verlichting op de markt gekomen. Tegenwoordig is er echter steeds meer aandacht voor het milieu, waardoor bepaalde soorten verlichting steeds minder te verkrijgen zijn (uitfasering). Dit heeft twee redenen: het onzuinige energieverbruik van deze lampen en de schadelijke stoffen die ze bevatten. Hieronder zie je een overzicht van de diverse lichtbronnen die te verkrijgen zijn bij Lampdirect:

Gloeilampen behoren tot één van de oudste conventionele lichttechnologieën en zijn door het robuuste wolfraam-filament bestand tegen intense schokken. Gloeilampen hebben een E27 of E14 fitting. Let op! Gloeilampen zijn sinds 2009 uitgefaseerd. Dit houdt in dat gloeilampen niet meer in productie zijn. Ze zijn wel nog verkrijgbaar zolang de voorraad strekt.

TL buizen bevatten kwik (een stofje dat de fosfor laag middels een elektrische stroom laat gloeien) en hebben een VSA nodig om te werken. Vanwege de hoge lichtopbrengst en de lange levensduur wordt deze verlichting veel gebruikt in kantoren en magazijnen. Doordat TL buizen een energie onzuinige vorm van verlichting zijn, worden TL buizen vanaf september 2021 uitgefaseerd.

Halogeenlampen bevatten halogeengas, wat zorgt voor constanter, intenser en efficiënter licht. Halogeenlampen hebben een langere levensduur dan gloeilampen en zijn verkrijgbaar in diverse fittingen. Houd er rekening mee dat halogene lampen sinds 2018 niet meer in productie zijn. De overgebleven voorraad wordt wel nog verkocht.

Gasontladingslampen zijn gevuld met edelgassen, maar bevatten vaak ook andere materialen zoals kwik. HID-lampen hebben een intens licht en een lange levensduur. Ze worden vaak gebruikt voor op straat of in een magazijn. Bepaalde gasontladinglampen werken enkel met een VSA. Sinds april 2015 zijn de gasontladingslampen met een hoog kwikgehalte niet meer in productie.

CFL lampen, ook bekend als compacte fluorescerende lampen, hebben een laag energieverbruik en zijn daarmee de meest efficiënte en en zuinige conventionele lichtbron. CFL lampen hebben een E27 / E14 fitting of een steekfitting (2-Pin of 4-Pin), waarbij lampen met een steekfitting een VSA nodig hebben. CFL lampen worden gebruikt in woningen en zakelijke omgevingen.

LED lampen gebruiken een elektrische semiconductor om licht te produceren. Als gevolg kan LED een zeer compact formaat hebben. LED heeft een laag energieverbruik, een goede lichtkwaliteit en een extreem lange levensduur. Bovendien bevatten ze geen chemicaliën, waardoor ze niet schadelijk zijn voor het milieu. LED heeft innovatieve alternatieven voor iedere conventionele lichtbron!


Lampvoet (fitting) van een lamp

Lampen kunnen enkel vervangen worden door lampen met dezelfde lampvoet, ook wel fitting genoemd. Zo kun je een E14 lamp enkel vervangen door een E14 LED lamp. En vervang je een GU10 LED spot door een andere LED spot met GU10 fitting. Elk ander type fitting past niet in het armatuur van de lamp. Onderstaande afbeelding geeft een overzicht van de meest voorkomende fittingen bij Lampdirect.


Voltage; met of zonder transformator

Lampen sluit je aan op het stroomnetwerk (230V). Hoewel 230V lampen zonder problemen op netstroom werken, hebben 12V lampen een transformator nodig om de 230V om te zetten in 12V. Dit werkt hetzelfde voor andere voltages, zoals 6V en 24V. Het wattage van lampen bepaalt welke transformator nodig is. Transformatoren hebben namelijk een minimale en maximale belasting, bijvoorbeeld 20-70W. Doordat lampen kort extra energie nodig hebben als ze worden aangezet, is het aan te raden een reserve van 20-30% te hanteren. Drie voorbeelden:

Goede belasting

Je sluit twee 20W lampen aan op een 20-70W transformator. Het reserve voor één 20W lamp is 4-6W. Dit resulteert in een totaal wattage van maximaal 52W. Dit valt binnen de belasting van de transformator. De lampen zullen dus zonder problemen werken.

Onderbelasting

Je vervangt de 20W lampen door 4W LED lampen. Het reserve is 0,8-1,2W per LED. Het maximale totale wattage komt hiermee op 10,4W. Dit is lager dan de minimale belasting van de 20-70W transformator, waardoor de lampen flikkeren of zelfs niet werken.

Overbelasting

Je sluit een tweede 30W lamp aan op de 20-70W transformator. Met 6-9W reserve per lamp is het maximale wattage 78W. Dit overschrijdt de maximale belasting. Als gevolg wordt de transformator uitgeschakeld (geen verlichting) of werken de lampen niet correct.


Conventioneel of elektronisch voorschakelapparaat

Bepaalde verlichting (TL- en LED buizen en gasontladingslampen) maakt gebruik van een voorschakelapparaat (VSA). Een voorschakelapparaat zorgt ervoor dat een lichtbron de juiste hoeveelheid stroom verkrijgt; je kunt het zien als een energieregulator. Er zijn twee soorten voorschakelapparaten:

Conventionele voorschakelapparaten (EM)

Conventionele voorschakelapparaten (EM) bevatten een spoeldraad die een magnetisch veld creëert. Daarbij is er een starter nodig om de lamp te laten werken; deze geeft de lamp een energieboost om te kunnen branden. Hierdoor ontstaat er bij TL buizen een korte flikkering bij het aanzetten van de lamp. Tegenwoordig zijn er alleen nog conventionele VSA's verkrijgbaar met energieklasse A2 of hoger.

Elektronische voorschakelapparaten (HF)

Elektronische voorschakelapparaten (HF) voorzien de lamp van energie met elektronische voedingscircuits. Deze elektronische VSA's hebben een ingebouwde starter; deze hoeft dus niet te worden aangeschaft. Het voordeel van een elektronisch voorschakelapparaat is dat er geen flikkering ontstaat bij het aanzetten van een lamp en dat deze energiezuiniger is dan de conventionele variant.


Lumen, Lux en Watt

De komst van spaarlampen en LED lampen heeft verwarring gecreëerd over wat de lichtopbrengst van een lamp weergeeft. Bij conventionele verlichting gaf het wattage de felheid van een lamp aan. Tegenwoordig vertelt het wattage enkel iets over het energieverbruik van een lamp. De lichtopbrengst wordt weergegeven door het aantal lumen, maar ook de term Lux kan hierbij naar voren komen. Voor meer informatie over Lumen en Watt kun je de pagina Lumen naar Watt bekijken. Hier vind je terug welk wattage bij een bepaald lamp type zorgt voor welke lichtopbrengst (aantal lumen). Stap je over van een conventionele lichtbron naar LED, dan dien je wel goed te kijken wat het wattage is van de oude lamp. Bij LED producten staat bij Lampdirect namelijk aangegeven welke wattage het vervangt. Hierdoor komen de oude en de nieuwe lichtbron zo veel mogelijk met elkaar overeen.

Wat is het verschil tussen Lumen en Lux?

Lumen geeft de totale lichtopbrengst weer van een lichtbron. Lux geeft ook de lichtopbrengst van een lamp weer, maar dan rekening houdend met de oppervlakte waarover het licht verspreid wordt. Een voorbeeld: Je hebt een LED lamp met een lichtopbrengst van 250 Lumen. Verlicht de lamp een kamer van 1 vierkante meter, dan is de lichtopbrengst ook 250 Lux. Verlicht dezelfde lamp een kamer van 10 vierkante meter, dan is de lichtopbrengst of 250 Lumen of 25 Lux per vierkante meter. Lees hier meer over het verschil tussen Lumen en Lux.


Kleurweergave en lichtkleuren

Als je het hebt over de kleur van verlichting, dan kom je drie termen tegen: de kleurtemperatuur, de kleurweergave en de kleurcode. Hierbij geldt: Kleurcode = Kleurweergave + Kleurtemperatuur. Specifieker gezegd bestaat de kleurcode uit de Ra-waarde (Colour Rendering Index / kleurweergave) en het aantal Kelvin (kleurtemperatuur).

Colour Rendering Index (Kleurweergave)

Het eerste getal in de kleurcode staat voor colour rendering index (CRI) of kleurweergave. Hieronder staan de meest voorkomende Ra-waardes; je kunt hierop klikken om alle lampen met de gewenste kleurweergave te zien:

7 = 70-79Ra (Lage CRI)
8 = 80-89Ra (Goede CRI)
9 = 90-100Ra (Perfecte CRI)

* Vrijwel alle verlichting is voorzien van 70-100Ra, alleen TL- en gastontladingslampen kunnen een lager Ra hebben.

Kleurtemperatuur

Het tweede en derde getal in de kleurcode staan samen voor de lichtkleur (K). Hieronder staan de meest voorkomende kleurtemperaturen. Je kunt op je favoriete lichtkleur klikken om alle geschikte lampen te zien:

20 = 2000 Kelvin (Zeer Warm Wit)
22 = 2200 Kelvin (Zeer Warm Wit)
27 = 2700 Kelvin (Zeer Warm Wit)
30 = 3000 Kelvin (Warm Wit)
40 = 4000 Kelvin (Koel Wit)
65 = 6500 Kelvin (Daglicht)


Colour Rendering Index (CRI)

De CRI laat zien hoe ''kleur echt" het licht de werkelijke kleur weergeeft. Een perfect kleurresultaat bereik je met lampen die een 90-100Ra kleurweergave hebben (linker foto). Kleuren wijken in dit geval niet af van de werkelijke kleuren. 90-100Ra lampen worden meestal gebruikt in werkomgevingen zoals ziekenhuizen, printruimtes, tekenkamers, kledingwinkels en kunstgalerijen. In algemene ruimtes, kantoren en woningen is een 80-89Ra CRI aan te raden (middelste foto). Hierbij is de afwijking in kleuren minimaal. Bij een CRI van 70-79Ra (rechter foto) of lager wijken kleuren zichtbaar af van de werkelijke kleuren.


Kleurtemperatuur / Lichtkleur

De lichtkleur speelt een grote rol in de stemming van een ruimte. Waar warmere kleurtemperaturen voornamelijk gericht zijn op het creëren van een aangename en/of gezellige sfeer, zijn koudere lichtkleuren geschikt voor werkomgevingen waar concentratie van belang is.

  • 1800 - 2700K (zeer warm wit) is zeer geschikt voor ruimtes vol sfeer, zoals de horeca, woonkamers en slaapkamers.
  • 3000K (warm wit) is zeer geschikt voor algemene ruimtes en routine werkplekken, zoals keukens, ontvangstruimtes, wachtruimtes, gangen en trappenhuizen.
  • 4000K (koel wit) is zeer geschikt voor werkomgevingen, zoals kantoren, scholen en magazijnen.
  • 6500K (daglicht) is zeer geschikt voor gedetailleerd werk, zoals in operatiekamers, bij de tandarts en in tekenkamers.

Hier vind je de juiste lichtkleur voor ruimtes in jouw woning of bedrijf.


Dimmen; conventioneel en LED

Dimmen is het verlagen van de intensiteit van een lamp. Hoe meer je een lamp dimt, hoe minder elektriciteit de lamp nodig heeft. Dimbare verlichting maakt het mogelijk om de sfeer in een kamer af te stemmen op de activiteit waarmee je bezig bent. Zo heb je in de woonkamer meer licht nodig als je een boek aan het lezen bent dan wanneer je een film aan het kijken bent. Tegenwoordig heb je niet alleen dimbare lampen met één lichtkleur, maar heb je ook dimbare varianten met meerdere lichtkleuren in een, zoals dimbare LED lampen van Noxion (1800 - 2700K en 2200 - 2700K), DimTone lampen (2200 - 2700K) van Philips en de GlowDim (2200 - 2700K) van Osram. Hiermee kun je de lichtkleur nog beter afstemmen op de omgeving. Bij het dimmen van verlichting dien je met het volgende rekening te houden:

Is de juiste dimmer gebruikt?

Er zijn standaard dimmers en LED dimmers. Heb je conventionele lampen (halogeen, TL etc.), dan kun je deze lampen dimmen met een standaard dimmer of een LED dimmer. LED verlichting kan enkel met een LED dimmer gedimd worden. Stap je over naar LED, dan dien je de dimmer te vervangen door een LED dimmer! Iedere dimmer heeft een maximale belasting. Sluit je één of meerdere lampen aan die samen een hoger wattage hebben dan de maximale belasting van de dimmer? Dan kunnen lampen ongewenst flikkeren of niet evenredig dimmen.

Ondersteunt de transformator de dimmer?

Wil je lampen dimmen die zijn aangesloten op een transformator, dan dien je een dimbare transformator te hebben. Daarnaast is het handig om een transformator te kiezen die eenzelfde maximale belasting heeft als de dimmer. Hoe kun je zien of jouw transformator dimbaar is? Aan de achterzijde van een transformator staat de minimale en maximale belasting. Hieronder staat of een transformator dimbaar is. Zo staat op de Osram transformatoren bijvoorbeeld 'dimmable with leading and trailing edge phase control'.


Gradenbundel; stralingshoek van een lamp

De gradenbundel of stralingshoek van een lamp geeft in graden (D) weer in welke hoek het licht verspreid wordt. Bij het aanschaffen van een lamp is het belangrijk om te bepalen wat de functie van de lamp is; accentverlichting (sfeer creëren of object verlichten), ondersteunende verlichting of algemene verlichting. Wordt een lamp gebruikt als algemene verlichting, dan heb je een bredere gradenbundel nodig bij grote oppervlaktes (zeer breed) dan bij kleinere oppervlaktes (breed). Verder is bij hoge plafonds een smallere stralingshoek aan te raden en bij lage plafonds een bredere.

Smal (<24D) is zeer geschikt als accentverlichting.
Gemiddeld (25D - 40D) is zeer geschikt als accentverlichting of ondersteunende verlichting.
Breed (41D - 90D) is zeer geschikt als ondersteunende verlichting of algemene verlichting.
Zeer breed (>91D) is zeer geschikt als algemene verlichting.


Bewegingssensor en schemerschakelaar 

Je kunt ervoor kiezen om lampen of armaturen aan te schaffen die zijn voorzien van een sensor. Sensoren schakelen het licht in zodra er beweging wordt gedetecteerd of wanneer er te weinig daglicht aanwezig is. Sensorverlichting is beschikbaar voor binnen- en buitengebruik. Hieronder worden de verschillende soorten sensorverlichting genoemd:

Bewegingssensoren

Lichtbronnen met bewegingssensor branden enkel zodra er beweging wordt waargenomen. Hierbij is er een verschil tussen standaard bewegingssensoren (detecteren zichtbare bewegingen) en hoge frequentie sensoren (detecteren extreem kleine bewegingen, die niet direct zichtbaar hoeven te zijn). Daarnaast zijn er ook lampen die naast een bewegingssensor een oriëntatielicht bevatten. Hierbij branden de lampen op 100% lichtsterkte zodra deze beweging waarnemen, terwijl deze de rest van de tijd branden op een lagere lichtsterkte (vb. 10%).

Schemerschakelaars

Verlichting met een schemerschakelaar brandt zodra er te weinig daglicht wordt waargenomen. Dit is niet alleen 's avonds en 's nachts, maar ook overdag op grijze donkere dagen. Hiervoor wordt constant gemeten hoeveel natuurlijk licht er in de omgeving is. Lampen met een schemerschakelaar kunnen letterlijk aan en uit springen, maar kunnen ook geleidelijk aan steeds meer verlichten. Lichtbronnen met een schemerschakelaar worden vooral buiten gebruikt. Een waterbestendig armatuur is dan ook aan te raden.


Verblindingsgraad (UGR) LED panelen

LED panelen zijn voorzien van een UGR-waarde (Unified Glare Rating), wat staat voor de verblindingsgraad van het armatuur. Oftewel; in welke mate veroorzaakt het LED paneel lichthinder. Voor bepaalde sectoren is in de NEN-normering vastgelegd welke UGR-waarde de verlichting dient te hebben. Hieronder een overzicht van de UGR-waarden:

  • UGR<25 is zeer geschikt voor hallen, trappen en liften.
  • UGR<22 is zeer geschikt voor algemene ruimtes.
  • UGR<19 is zeer geschikt voor kantoren en scholen.
  • UGR<16 is zeer geschikt voor specifieke toepassingen, zoals een operatiekamer of tekenkamer.
  • UGR<15 is zeer geschikt voor specifieke toepassingen, zoals een operatiekamer of tekenkamer.

Energielabel; energie efficiëntie

Het energielabel geeft aan hoe energiezuinig een lamp is. Energielabels variëren van A (zeer energie efficiënt) tot G (niet energie efficiënt). Voor bedrijven is het energielabel van groot belang, deze dient vanaf 1 januari 2023 namelijk minimaal energielabel C te zijn. Het gebruik van LED verlichting is een eenvoudige manier om deze doelstelling te behalen. LED lampen zijn niet alleen energiezuinig, maar bevatten ook geen schadelijke stoffen die in het milieu kunnen belanden.


IP en IK bescherming lampen

IP- en IK-waarden geven weer hoe goed een armatuur is beschermd tegen externe invloeden (stof, water en impact). De IP- waarde vertelt in hoeverre een armatuur bestand is tegen stof en water, en wordt aangeduid als IP gevolgd door 2 cijfers. Hierbij staat het eerste getal voor de bescherming tegen stof en het tweede getal voor de bescherming tegen water. De IK-waarde vertelt in hoeverre een armatuur tegen een stootje kan en wordt aangeduid als IK gevolgd door 2 cijfers. In de onderstaande video's en tabellen kun je zien hoe je een IP- en IK-waarde dient te interpreteren.

Eerste getal IP-waarde

Niveau Beschermd tegen objectgrootte Effectief tegen
0 Niet beschermd Geen bescherming tegen contact en toegang van objecten.
1 >50mm Elk groot oppervlak van het lichaam, zoals de hand, maar geen bescherming tegen opzettelijk contact met een lichaamsdeel.
2 >12.5mm Vingers of soortgelijke objecten.
3 >2.5mm Gereedschap, kabels, enz.
4 >1mm De meeste kabels, schroeven, enz.
5 Beschermd tegen stof Toegang van stof wordt niet volledig voorkomen, maar is in een kleine hoeveelheid bij correct gebruik van de apparatuur niet hinderlijk; volledige bescherming tegen contact.
6 Volledig stofdicht Geen toegang van stof, volledige bescherming tegen contact.

Tweede getal IP-waarde

Niveau Beschermd tegen waterkracht Effectief tegen
0 Niet beschermd Geen bescherming.
1 Druppend water Druppend water (verticaal vallende druppels) heeft geen schadelijk effect.
2 Druppend water wanneer gekanteld tot 15 graden Verticaal druppend water heeft geen schadelijk effect als de behuizing tot 15 graden gekanteld is van de gebruikelijke positie.
3 Sproeiend water Sproeiend water vanuit elke hoek tot 60 graden van het verticale heeft geen schadelijk effect.
4 Spattend water Water dat tegen de omheining spat vanuit elke mogelijke richting heeft geen schadelijk effect.
5 Krachtige waterstralen Water dat vanuit elke mogelijke richting gespoten wordt met een krachtige waterstraal (12.5mm opening) tegen de behuizing heeft geen schadelijk effect.
6 Krachtige waterstralen onder verhoogde druk Water dat vanuit elke mogelijke richting gespoten wordt met een krachtige waterstraal (6.3mm opening), onder verhoogde druk, tegen de behuizing heeft geen schadelijk effect.
7 Onderdompeling tot 1 meter diep Inname van schadelijke hoeveelheden water is niet mogelijk wanneer de behuizing ondergedompeld wordt in water, onder gedefinieerde voorwaarden van druk en tijd.
8 Onderdompeling dieper dan 1 meter De apparatuur is geschikt om continue ondergedompeld te zijn in water, onder voorwaarden die door de producent beschreven worden. Normaal gesproken betekent dit dat de apparatuur hermetisch afgesloten is. Echter, dit kan bij sommige producten betekenen dat er wel water naar binnen kan, maar op een manier die geen schadelijke effecten veroorzaakt.

IK-waarde

Niveau Beschermd tegen impact (Joule) Effectief tegen
00 Niet beschermd Geen bescherming.
01 Bestand tegen schokken van 0,14 Joule Een vallend object van 200 gram op 7,5 centimeter hoogte.
02 Bestand tegen schokken van 0,2 Joule Een vallend object van 200 gram op 10 centimeter hoogte.
03 Bestand tegen schokken van 0,35 Joule Een vallend object van 200 gram op 17,5 centimeter hoogte.
04 Bestand tegen schokken van 0,5 Joule Een vallend object van 200 gram op 25 centimeter hoogte.
05 Bestand tegen schokken van 0,7 Joule Een vallend object van 200 gram op 35 centimeter hoogte.
06 Bestand tegen schokken van 1 Joule Een vallend object van 500 gram op 20 centimeter hoogte.
07 Bestand tegen schokken van 2 Joule Een vallend object van 500 gram op 40 centimeter hoogte.
08 Vandalismebestendig en bestand tegen schokken van 5 Joule Een vallend object van 1700 gram op 29,5 centimeter hoogte.
09 Vandalismebestendig en bestand tegen schokken van 10 Joule Een vallend object van 5000 gram op 20 centimeter hoogte.
10 Vandalismebestendig en bestand tegen schokken van 20 Joule Een vallend object van 5000 gram op 40 centimeter hoogte.